“Als het gaat om klimaatverandering denken veel mensen: ‘Het heeft niet zo veel zin wat ik als individu doe’ of ‘De industrie moet eerst veranderen.’ Maar ongeveer 84% van de CO2-uitstoot in Nederland is terug te voeren op persoonlijke keuzes die mensen maken,” aldus Reint Jan Renes, lector Psychologie voor een Duurzame Stad bij de Hogeschool van Amsterdam.
“We vinden schone lucht belangrijk, maar laten niet graag de auto staan. Iedereen is voor groene energie, maar windmolens roepen veel weerstand op. Ondanks de stijgende zeespiegel genieten we onverminderd van goedkope vliegvakanties.”
Hoe komt het dat de meeste mensen wel weten dat de aarde door ons handelen veel te snel opwarmt, maar dat dit besef amper leidt tot een verandering in gedrag?
Volgens Renes is dit de ‘klimaatspagaat’ waar veel mensen zich tegenwoordig in bevinden: “We willen wel, maar doen te weinig.” Onlangs sprak hij zijn lectorale rede uit via een webinar, waarbij meteorologe en televisiepresentatrice Helga van Leur optrad als moderator.
Circa 84% van de CO2-uitstoot in Nederland ontstaat door persoonlijke keuzes die mensen maken. Renes baseert zich hierbij op cijfers van Natuur & Milieu. Fragment te zien vanaf 25 minuten.
Terugdringen CO2-uitstoot
De rede was een beknopte versie van zijn nieuwe publicatie ‘De klimaatspagaat: over de psychologische uitdagingen van duurzaam gedrag’. Hierin schetst Renes in een aantal korte hoofdstukken de urgentie van de klimaatcrisis, waarom het desondanks zo lastig is ons gedrag erop aan te passen, en wat volgens de inzichten van gedragswetenschap wél effectieve veranderingsstrategieën kunnen zijn.
Renes: “Gedrag en keuzes van consumenten bepalen de behoefte aan producten en diensten die de industrie maakt en levert. Ons gedrag is wel degelijk een doorslaggevende factor in het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De benodigde energietransitie vraagt niet zozeer om een technologische transitie, maar veel meer om een sociale transitie.”
Er zijn echter meerdere ‘giftige’ psychologische factoren die mensen parten spelen. Daarom passen zij hun leefstijl niet massaal aan, aldus Renes.
“Duurzamer gedrag betekent bijvoorbeeld vaak dat we onze routines en automatismen moeten veranderen, en dat vergt veel van onze wilskracht,” licht Renes toe. “Veganistisch eten vraagt om een behoorlijke omslag in onze eetgewoontes. Korter douchen is moeilijk als je eenmaal onder die comfortabele straal staat.”
“Daarbij komt dat we graag direct resultaat willen ervaren van onze inspanningen, maar bij klimaatmaatregelen kan het decennia duren voor we de effecten zien.”
“Dan kan ook het ‘zelf-ander compromis’ gaan spelen: sommige van de gevraagde gedragingen doen we niet zozeer voor onszelf maar voor anderen, namelijk toekomstige generaties – al is het hoopvol dat mensen daar wel degelijk toe bereid blijken.”
Motiveren tot verandering
Gedragswetenschap verklaart niet alleen wat de psychologische obstakels zijn die meer klimaatvriendelijk gedrag in de weg staan, maar biedt ook inzicht in wat er nodig is om mensen wel tot actie te laten overgaan.
Renes noemt drie noodzakelijke randvoorwaarden:
1. Capaciteit: weten wat er speelt en wat je geacht wordt te doen, en de vaardigheden om dat daadwerkelijk uit te kunnen voeren.
2. Motivatie: de wil om te veranderen, die vaak sterk afhangt van het gevoel van nut en urgentie, maar ook van identiteit (hoe je jezelf wilt zien) en emoties als angst, zorgen of trots.
3. Gelegenheid: de omstandigheden om het gedrag te kunnen uitvoeren. Hier spelen onder meer de sociale context (hoe kijkt men tegen het gedrag aan) en regelgeving een rol.
Hij geeft als voorbeeld: “Wie zijn huis wil isoleren, zal dit alleen doen als diegene de know-how heeft om het uit te voeren (capaciteit), overtuigd is dat het nut heeft (motivatie) en over de middelen beschikt om dit te doen, bijvoorbeeld dankzij subsidies (gelegenheid).”
Plan is dat er in 2025 alleen nog uitstootvrije bestelbussen en vrachtwagens in Amsterdam rondrijden.
Psychologische factoren
Renes pleit ervoor dat deze drie bepalende gedragsfactoren een standaard afwegingskader moeten vormen voor alle beleid en alle technologische innovaties die gericht zijn op de energietransitie.
“Inzichten uit gedragswetenschappen worden daarin nog veel te weinig meegenomen. Er worden technologische oplossingen ontwikkeld of beleid gemaakt waarvan we al kunnen voorspellen dat het niet aan zal sluiten op hoe mensen zich uiteindelijk gedragen.”
Er zijn veel vormen van klimaatvriendelijk gedrag en er zijn veel verschillende veranderstrategieën die ingezet kunnen worden. “Draagvlak creëren voor een windturbine vraagt om een andere strategie dan mensen stimuleren om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Gedragsverandering is niet een trucje, er is geen ‘golden bullet’ die in alle gevallen werkt.”
Om succesvolle interventies te ontwikkelen moet heel nauwgezet en systematisch bekeken worden om wat voor type klimaatvriendelijk gedrag het gaat en welke psychologische factoren een rol spelen bij het veranderen van dat type gedrag.
Dat is precies waar Renes zich met zijn onderzoeksgroep voor inzet. Zodat een klimaatvriendelijke keuze uiteindelijk de standaardkeuze wordt voor elk individu.
Draaiboek gedragsverandering
Aanvullend op de lectorale rede vonden tafelgesprekken plaats met Marieke van Doorninck (wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid bij de gemeente Amsterdam), Geleyn Meijer (rector Hogeschool van Amsterdam), Ika van de Pas (Directeur Milieu Centraal) en Jean Tillie (decaan faculteit Maatschappij en Recht, Hogeschool van Amsterdam).
Samen met onderzoeker Sander Hermsen schreef Renes eerder het succesvolle ‘Draaiboek gedragsverandering : De psychologie van beïnvloeding begrijpen en gebruiken’.
In 2018 zette het vakblad Adformatie Renes op de derde plaats in de top 25 van meest inspirerende communicatieprofessionals in Nederland.